Amy is een allemansvriend: van de goedgebekte Noa tot de grappige Joep en de beetje aparte Boukje. Noa en Joep vinden Boukje suf. Wat als Noa en Joep een geheim tussen Amy en Boukje gebruiken om een grap uit te halen met Boukje? Grapje, moet kunnen, of is het gewoon een rotstreek? En wat als hiervan een video komt op YouTube? Uiteindelijk is iedereen vooral klaar met.. Amy! Dit was zo niet de bedoeling!
Vanaf dit moment worden de leerlingen de baas en mogen zij zélf mee gaan spelen!
SUPERVEILIG! “Grapje, moet kunnen” voert de leerlingen vanuit de positie van Amy totaal mee in herkenbare dilemma’s rondom pesten in het VO: hoe kom je voor iemand op terwijl dat heel spannend kan zijn? Wat is de kracht van een geheim? Hoe dun is de lijn tussen een grapje en pesten? Wie bepaalt dat? En hoe ga je om met doorsturen van filmpjes? En ook de grote identiteit vraag: Bij wie wil je horen en wie wil jij zélf zijn?
Deze voorstelling is geschikt voor onderbouw VO (VMBO/TL/HAVO/VWO).